sterke werkwoorden


kenmerken

  • Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd of bij het voltooid deelwoord.
  • Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt op een -n.

Voorbeeld: schwimmen - schwamm - geschwommen


vervoegen 

hoofdregel Stam op sis-klank (-s, -z, -x, -ß) stam op -d / -t a/ä-Wechsel e/i(e)-Wechsel stam met be-, ver-, er-, ge-, ent-
kommen = komen sitzen = zitten reiten = paardrijden schlafen = slapen werfen = werpen gewinnen = winnen
ich komme sitze reite schlafe werfe gewinne
du kommst sitzt reitest schläfst wirfst gewinnst
er/sie/es kommt sitzt reitet schläft wirft gewinnt
wir kommen sitzen reiten schlafen werfen gewinnen
ihr kommt sitzt reitet schlaft werft gewinnt
sie/Sie kommen sitzen reiten schlafen werfen gewinnen
voltooid deelwoord gekommen gesessen geritten geschlafen geworfen gewonnen
LET OP: du-vorm --> geen -st, maar een -t extra e bij du, er/sie/es & ihr a --> ä bij du & er/sie/es e --> e / ie bij du & er/sie/es voltooid deelwoord GEEN ge-


oefeningen

hoofdregel

a/ä-Wechsel

stam op sis-klank

e/i(e)-Wechsel

stam op -d of -t

stam met be-, ver-, er-, ge-, ent-