Lidwoord
Er zijn drie Nederlandse lidwoorden: de, het, een.
De en het zijn bepaalde lidwoorden. Een is een onbepaald lidwoord.
De / het vertaal je in het Duits met: der, die of das
Een vertaal je in het Duits met: ein / eine
Voor mannelijke zelfstandige naamwoorden gebruik je in het Duits het lidwoord: der of ein
Voor onzijdige zelfstandige naamwoorden gebruik je in het Duits het lidwoord: das of ein
Voor vrouwelijke zelfstandige naamwoorden of meervoud gebruik je in het Duits het lidwoord: die of (k)eine*
*Je kunt in het meervoud niet ein zeggen. Voorbeeld: eine Kinder = een kinderen
Daarom staat hier een k tussen haakjes, zodat de betekenis klopt. Voorbeeld: keine Kinder = geen kinderen
Lidwoorden veranderen als er sprake is van een andere naamval. Hieronder volgt een schematisch overzicht:
Product | mannelijk | vrouwelijk | onzijdig | meervoud |
1e naamval | der | die | das | die |
ein | eine | ein | (k)eine | |
3e naamval | dem | der | dem | der (-n) |
einem | einer | einem | (k)einer (-n) | |
4e naamval | den | die | das | die |
ein | eine | ein | (k)eine |
Maak jouw eigen website met JouwWeb